Les zones franches rurales visées au § 1 sont des territoires communaux déterminés par le Gouvernement et que le Gouvernement considère comme rencontrant des problèmes d'isolement et de difficultés socio-économiques, et qui présentent, sur la base de données de l'Institut national de statistique, une densité de population strictement inférieure à cent cinquante habitants par kilomètre carré.
De landelijke vrijzones bedoeld in § 1 zijn gemeentelijke grondgebieden die de regering heeft bepaald en waarvan de regering vindt dat ze problemen ondervinden vanwege hun afgelegen karakter en sociaal-economische moeilijkheden en die op grond van gegevens van het Nationaal Instituut voor de Statistiek een bevolkingsdichtheid vertonen die resoluut onder de honderdvijftig inwoners per vierkante kilometer ligt.